LUNCHCONCERT
Donderdag 20 maart
12.30 uur \\ € 6.00 (Vrienden gratis)
Stabat Mater van Pergolesi
Maaike Poorthuis |
mezzosopraan Sabine Wüthrich |
Sabine Wüthrich | sopraan |
Mirsa Adami | piano |
Stabat mater dolorosa Iuxta crucem lacrimosa, Dum pendebat filius; Cuius animam gementem, Contristantem et dolentem Pertransivit gladius. O quam tristis et afflicta Fuit illa benedicta Mater unigeniti! Quae maerebat et dolebat Et tremebat, cum videbat Nati poenas incliti. Quis est homo, qui non fleret, Matrem Christi si videret In tanto supplicio? Quis non posset contristari, Piam matrem contemplari Dolentem cum filio? Pro peccatis suae gentis Iesum vidit in tormentis Et flagellis subditum, Vidit suum dulcem natum Morientem, desolatum, Cum emisit spiritum. Eia, mater, fons amoris, Me sentire vim doloris Fac, ut tecum lugeam; Fac, ut ardeat cor meum In amando Christum Deum, Ut sibi complaceam. Sancta mater, illud agas, Crucifixi fige plagas Cordi meo valide; Tui nati vulnerati, Iam dignati pro me pati Poenas mecum divide. Fac me vere tecum flere, Crucifixo condolere, Donec ego vixero. |
De moeder stond door
smart bevangen en met tranen langs haar wangen waar haar zoon gekruisigd hing en het was haar in
haar lijden Hoe verdrietig en
verloren Ze moest klagen, ze
moest rouwen Wie voelt er geen
tranen komen, Wie zou tranen
binnenhouden Zij zag wat hij heeft
geleden hoorde 't kind, door
haar gedragen, Vrouw van liefde en
genade, 'k Wil mijn hart aan
hem verpanden, Moeder, wil mijn hart
bezeren om te lijden voor
mijn zonden. Laat mij huilen aan
uw zijde, |
Iuxta
crucem tecum stare, Te libenter sociare In planctu desidero. Virgo virginum praeclara, Mihi iam non sis amara, Fac me tecum plangere, Fac, ut portem Christi mortem Passionis eius sortem Et plagas recolere. Fac me plagis vulnerari, Cruce hac inebriari Ob amorem filii; Inflammatus et accensus Per te, virgo, sim defensus In die iudicii. Fac me cruce custodiri, Morte Christi praemuniri, Confoveri gratia; Quando corpus morietur, Fac ut animae donetur Paradisi gloria.
|
'k wil mij naar het kruis begeven om daar met u mee te levenin wat hem zo lijden doet. Stralende, ik moet u eren, wil u toch niet vàn mij keren, laat mij huilend bij u staan. Laat mij Christus' dood ervaren, laat mij in mijn hart bewaren al wat hem is aangedaan. Laat zijn pijnen mij genaken, laat het kruis mij dronken maken van de liefde voor uw zoon en wil dan mijn voorspraak wezen als ik 't helse vuur moet vrezen na het oordeel voor zijn troon. Laat het kruis over mij waken, laat zijn dood mij sterker maken, zodat hij me begeleidt en mijn ziel, als 't lijf moest sterven, de verrukking doet verwerven die de hemel ons bereidt.
|
Het 'Stabat mater' is een van de beroemdste Latijnse
gebeden die uit de Middeleeuwen zijn overgeleverd. Als gebed kreeg de
tekst al sinds de veertiende eeuw een grote verspreiding; in de
vijftiende eeuw werd het als sequentia in de misliturgie opgenomen. Het
gedicht is talloze malen vertaald, in alle talen van Europa, en werd
door vele componisten op muziek gezet (weergaloos is het 'Stabat mater'
van Pergolesi). Wie de dichter is geweest, is onbekend; een
toeschrijving aan de franciscaan Jacopone da Todi (circa 1230-1306) is
al sinds lang verlaten. Vermoed wordt dat de oudste versie in de
dertiende eeuw in Frankrijk of Italië is ontstaan, wellicht in een
franciscaans milieu, maar zekerheid hieromtrent heeft men niet. Met
minder aarzeling neemt men aan dat de tekst oorspronkelijk bedoeld is
geweest voor persoonlijke meditatie.
Onder meditatie verstaat men in dit verband een techniek van bewuste
concentratie van gedachten en gevoelens op één religieus onderwerp,
bijvoorbeeld het lijden van Christus of het verdriet van Maria. Door
zich met grote intensiteit in het bijbelse relaas (of een weergave
daarvan in woorden of beelden) te verdiepen, verplaatste de mediterende
vrome zich in de beschreven situatie, werd hij in zijn fantasie als
getuige, en zelfs als deelnemer, opgenomen in het gebeuren.