..

Donderdag, 19 november 2015: Vandaag staat het podium helemaal vol. Een ensemble, zo uitgebreid hoor je niet vaak. Acht fluiten, van "piccollo tot subcontrabas"enthousiast ondersteund door Jeroen van Veen aan de piano. Anderhalf uur lang magische klanken!  Dit vraagt om iets meer dan een kort dankrijm. Temeer omdat kort geleden, en wel op elf november j.l. de familie van onze uitbater een kleinzoon heeft gekregen, genaamd Joep. Jan Kersten vatte het samen in het volgende sprookje.
   
 

Groot feest in Oeteldonië
(11 november 2015)



In Oeteldonië, een land aan de andere kant van de zee, waar bijna altijd de zon schijnt, was een groot feest. En weet je waarom?  Er was een prinsje geboren. Alle inwoners van dit mooie land waren vrolijk en blij en op het grote plein voor het paleis van de koning stond het al gauw zwart van het volk.

't Prinsje was gezond en ook nog heel lief en knap. De koningin wilde het prinsje graag Josephus noemen, maar de koning zei: "Nee ,,,, daar beginnen we niet aan, we noemen hem gewoon Joep, dat is kort en krachtig, klinkt stoer en het is gezelliger!" De koning hield namelijk wel van gezelligheid en daarom wilde hij ook wel even een knalfeest geven. Dus het plein werd prachtig versierd en verlicht en vanaf de toren werd het feest met plechtig bazuingeschal ingeluid.

De koning hield een trotse en ferme toespraak en zei op een zeker ogenblik: "Dames en heren, zou u even heel stil willen zijn, want ik ga iets onthullen. 't Publiek keek verbaasd rond en toen ontdekte men een groot pak dat op de rijk versierde muziektent stond. Het pak was niet rond en niet vierkant en dus kon ook niemand raden wat het eigenlijk was. Over het pak lag een kleed in de nationale driekleur van Oeteldonië namelijk geel, wit en rood. De koning stapte op het pak af en met een nonchalant gebaar  trok de koning het kleed weg en riep: "Hoera!". Alle aanwezigen riepen dus ook meteen "Hoera" want de Oeteldoniërs zijn vriendelijke en beleefde mensen. Iedereen keek, maar niemand zag wat het nou precies was.

Om 't volk wat tegemoet te komen kwam de koning met het verlossende woord: "Dit, lieve vrienden is een: TOVERFLUITMACHINE!.  Zo'n toverfluitmachine kan de allermooiste geluiden van de hele wereld maken, zó mooi, dat de leeuwerik zich schaamt, de merel treurt, de lijster rouwt en de nachtegaal de vleugels neemt naar Japan!. Het is ook bijna zeker dat deze machine al onze Oeteldonische kanaries het zwijgen op zal leggen. Het volk was blij verrast en werd rustiger, toen de avond begon te vallen.

De lantaarns lichtten op en uit een zijstraat kwamen er wondermooie elfjes aanvliegen met ragfijne zilveren vleugeltjes en lieflijke zachte fluwelen jurkjes in een K3-overtreffende kleur rose. Bijna tegelijkertijd stapten er vier pracht-prinsen van hun witte paarden. De elfjes en de prinsen schreden plechtig naar de toverfluitmachine. Het was een indrukwekkend bouwsel vol met door elkaar lopende dikke en dunne buizen. Daar zaten gaatjes in om door te blazen of om de buizen langer of korter te maken zodat de mooiste liedjes uit de machine getoverd konden worden. De prinsen en elfjes gingen om de machine heen staan en samen bliezen ze er voorzichtig in. Het werd doodstil op het plein want zo'n mooi accoord had daar nog nooit geklonken. Daarna speelden ze wijsjes, liedjes, deuntjes en ballades, te veel en te mooi om op te noemen.

De mensen werden steeds blijer en luidruchtinger en iedereen zong uit volle borst mee. Het feest duurde nog uren en uren door en het werd gewoon het fijnste feest dat ze ooit in Oeteldonië hadden meegmaakt.

Joep, het prinsje met zijn lekkere blozende wangetjes, sliep braaf door alles heen. Het volk was dolgelukkig en de koning bedankte iedereen allerhartelijkst en zei: "Hoe lang en gelukkig ons prinsje Joep zal leven weten we natuurlijk niet, maar het is zeker dat we hem, als hij elf jaar is, de officiële jeugdprins van Oeteldonië zullen maken en dus wordt dan vanzelfsprekend ook 11 november onze nationale feestdag!".